De communicatie in een voetbalkleedkamer is een bijzondere. Binnen enkele weken zijn de rollen en verhoudingen tussen de diverse teamspelers duidelijk. Je zou ‘de rollen van Belbin’ er zo op los kunnen laten. De natuurlijke voorzitter, de dynamische vormer, de nuchtere bedrijfsman en ga zo maar door.
Het grote verschil met het bedrijfsleven is dat de emotie een grote rol speelt in deze patronen en deze ook bijna per week verandert. Afhankelijk van winst of verlies. Of van basisplaats of tribuneklant, wachtend op fouten van jouw collega’s.
De rollen worden verbaal of non-verbaal afgedwongen via diverse vormen van communicatie. Soms hard, soms zacht, maar nog te vaak in het eigenbelang.
En impact van communicatie is niet te onderschatten. Daar kwam ik laatst weer achter.
Na vele jaren trof ik onlangs oud-collega Rafael van der Vaart weer eens. Na een flinke knuffel haalde hij meteen een anekdote van zo’n 20 jaar geleden aan. Hij vertelde dat hij als 16 jarig broekie opgeroepen was om zijn debuut te maken in Ajax 1. “Voor het eerst in een groot stadion, maar ook voor het eerst een kostuum aan. Snel werd dit aangeleverd door de club. Alleen bijpassende donkerblauwe sokken ontbraken. Dan maar die lelijke witte tennissokken eronder”, vertelde Rafael. Schoorvoetend meldde hij zich de volgende dag in zijn onhandige kostuum bij de A-selectie. “Mijn broek duwde ik steeds naar beneden, in de hoop dat niemand mijn tennissokken zou zien. Totdat jij binnen kwam Jan… “Zo jongen, ga je tennissen vanmiddag?!” “Je riep het net iets te hard, zodat iedereen het hoorde en naar mijn sokken keek. Ik ben er weken lang mee gepest“.
We lachten er samen nog even om, maar zelf kon ik mij die uitspraak niet meer herinneren. En Rafael blijkbaar wel. Hij is er niet onder gebukt gegaan. Waar ik door de achterdeur bij Ajax verdween, ging hij niet veel later door de voordeur naar de grootste internationale clubs. Maar het feit dat hij die ene zin 20 jaar na dato nog wist, gaf mij wederom aan:
Onderschat communicatie nooit!